Versterker naar een voorbeeld uit "Het jongens radioboek deel II"

Op 11-jarige leeftijd kreeg ik van mijn ouders het boek "Het jongens radioboek deel I" van Leonard de Vries, uitgave 1948. Op de voorkant stond een prachtige afbeelding van een in-aanbouw zijnde versterker.

Deze tekening sprak erg tot de verbeelding, de twee monteurs, die aan kwamen sjouwen met een meetinstrument en de spuiter die het geheel stond te kleuren. In deel I kwam dit prachtige ding echter niet aan bod, te moeilijk voor de beginner.

Hier boven een wat meer gedetailleerde afbeelding van deze krachtversterker, ja zo heette zo'n apparaat toen.

In deel II stond de bouwbeschrijving en een zwart/wit-fotootje van het apparaat. Dit boek kreeg ik met Sinterklaas op mijn twaalfde. Geld en materiaal om de versterker te bouwen had ik niet en dat is lang zo gebleven. Tot enige jaren geleden, een kennis kwam met de mededeling: "Ik heb nog wat oude radio's op zolder staan, kun jij daar nog wat mee ???" Natuurlijk kon ik dat, onder het motto, "Weggooien kan altijd nog", belanden er wel meer zaken op onze zolder. En ziedaar, een versterker die mij heel erg bekend voor kwam. Alles was echter gesloopt, verroest of kapot. Een geweldige uitdaging om hem weer aan de praat te krijgen.

Hier onder de foto uit deel II.

Hier is ook te zien dat de meter ontbreekt

Zo ziet het gerestaureerde apparaat er nu weer uit.

Het frontaanzicht met alle bedieningselementen.

De mooie schaaltjes achter de Philips-knoppen.

De "pilot-lamp" , stroommeter en aan/uit-schakelaar.

Hier de meter, die volledig verwoest was, alleen het draaispoel-binnenwerk was nog bruikbaar, de rest is samengesteld uit andere oude meters. Vraag me niet wat de zin van deze meter is, op de voorplaat van het boek werd hij aangesleept, dus hoorde hij er ook in. Waarschijnlijk om de stroom te bewaken, al denk ik dat bij vol vermogen de uitgangstrafo eerder zal bezwijken dan de voedingstrafo.

Rechter zijkant met de netspanningsaansluiting, niet geheel ongevaarlijk.

De linker kant met de microfoonaansluiting. Zo'n mooie die ook bij de microfoons van Ronette werd gebruikt, Belling Lee????

De achterkant met twee eindbuizen van het type 6V6G met de aanstuurbuis 6C5. De fasedraaing vindt plaats met een balans-ingangstrafo. In het schema krijgen de stuurroosters negatief via de ingangstrafo en liggen de kathodes direct aan aarde. In deze uitvoering is gebruik gemaakt van een gezamelijke kathodeweerstand.

Bovenaanzicht van de versterker met links de voedingstrafo, gelijkrichter en afvlak-C. De smoorspoel er boven.

De trafo van de firma "DIGA" in Utrecht, goed voor 150 mA plaatstroom bij 350 Volt.

De bedrading is hier niet met mooie weerstand-borden uitgevoerd, maar meer op z'n "Philips". Maar het werkt allemaal wonderwel.

Links de microfoonversterker en rechts de grammofoonversterker. Beide zijn een  6K7G, eigenlijk MF-versterkers, maar ze werken hier ook.

De beide 6V6-eindbuizen, niet stuk te krijgen en soms komt er wat Velpon aan te pas.(Stinkt wel als de buis warm wordt)

Hier nog een blik op de 6C5G stuur-buis.

 

n de latere uitvoeringen zijn nog wat meer wijzigingen aangebracht, de opstelling van de componenten is hier en daar wat anders. Maar in grote trekken klopt het wel ongeveer.

Het schema met sleutel is hieronder beschreven:

Het uitgangsvermogen bedraagt ca. 15 Watt.

Er bestaat ook nog een latere uitvoering, uit de boeken "Het jongens radioboek" deel 2, maar dan van na 1948, deze is met Europesche buizen uitgerust. Hieronder het schema.

Tot slot nog een aanwijzing voor de versterker-bouwers:

Ik geloof niet dat dit met de huidige vermogensopgaven van versterkers nog klopt.